Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet militaire strafrechtspraak

 

Artikel 69
1
Tegen beslissingen van de Permanente krijgsraad voor de zeemacht in de Nederlandse Antillen, die op tijdstip van inwerkingtreden van deze Rijkswet niet onherroepelijk zijn geworden en waartegen nog geen beroep is ingesteld, kan zulk beroep met inachtneming van het bepaalde in artikel 19, eerste lid, worden ingesteld op het in dat artikel genoemde gerecht. Het beroep kan worden ingesteld binnen veertien dagen na de uitspraak op de wijze als uit hoofde van deze Rijkswet voorgeschreven voor het instellen van hoger beroep tegen beslissingen van het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen en dat van Aruba.
2
Tegen beslissingen van de overige krijgsraden kan, in de in het vorig lid bedoelde gevallen en met inachtneming van het bepaalde in artikel 8, zulk beroep worden ingesteld op het in artikel 9 genoemde gerecht, ook indien het een strafzaak betreft, waarvan na de inwerkingtreding van deze Rijkswet de militaire kantonrechter tot kennisneming bevoegd zou zijn geweest. Het beroep kan worden ingesteld binnen veertien dagen na de uitspraak op de wijze als voorgeschreven voor het instellen van hoger beroep tegen beslissingen van de arrondissementsrechtbank te Arnhem.
3
Tegen beslissingen van het Hoog Militair Gerechtshof in strafzaken die op het tijdstip van inwerking treden van deze Rijkswet niet onherroepelijk zijn geworden en waartegen nog geen beroep in cassatie is ingesteld kan binnen veertien dagen na de uitspraak zulk beroep worden ingesteld op de wijze als voorgeschreven voor het instellen van beroep in cassatie tegen arresten van het gerechtshof te Arnhem.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •